Familie Altman
New York, U.S.A.

Mania's moeder Pola is er nooit achter gekomen wat er met haar dochter gebeurd is. Mania's oom Chaim, die net als Pola na de oorlog naar de VS was gegaan, schreef in 1982 een brief aan Günther Schwarberg:

 

"Tot haar dood in 1971 hoopte Pola dat Mania nog leefde, en ze vroeg zich altijd af waarom de Duitsers haar kind hadden meegenomen en haar niet."

Een brief uit Brooklyn van Mania's oom Chaim Altman van 1 augustus 1982 (ingekort):
"Mania is de dochter van mijn broer Shir Altman. We waren zeven kinderen en woonden in Radom, Polen. We kenden ook de kinderarts Dr Seweryn Witoński goed, hij was een populaire dokter in Radom. Mijn broer Abraham en mijn zus Anna vluchtten naar Rusland en overleefden het. De anderen - mijn moeder, mijn zussen en broers en hun gezinnen - werden naar het getto van Radom gestuurd en moesten in verschillende kampen werken. Mijn moeder stierf in Auschwitz. Mijn schoonzus Pola en ik overleefden het. De andere leden van mijn familie stierven in verschillende kampen. Na de oorlog kwam ik naar Amerika en trouwde in 1955 met mijn vrouw Hilda. We hebben één dochter, Heidi."

In 1986 nam Chaim Altman deel aan het internationale tribunaal op de Bullenhuser Damm en bracht hij verslag uit over zijn nicht.