Sergio de Simone
Sergio de Simone werd geboren op 29 november 1937 en woonde met zijn ouders in Napels.
Sergio was slechts zeven jaar oud toen hij werd vermoord.
Zijn vader, Edoardo de Simone, een marineofficier, was katholiek. Zijn moeder Gisella, née Perlow, was Joods.
Zijn vader werd naar Dortmund gestuurd om als dwangarbeider te werken. Zijn moeder vond de situatie in Napels onveilig vanwege de luchtaanvallen, dus verhuisde ze in de zomer van 1943 met Sergio naar familie in Fiume in Noord-Italië.
Daar werden Sergio, die toen 6 jaar oud was, zijn moeder en zeven andere familieleden, waaronder zijn nichtjes Alessandra (Andra) en Tatiana, op 21 maart 1944 gearresteerd en op 4 april 1944 naar Auschwitz gedeporteerd.
Sergio's moeder werd in de lente van 1945 naar het concentratiekamp Ravensbrück gestuurd.
Ze werd daar bevrijd, maar was erg ziek en keerde pas in november 1945 terug naar Italië.
Daar ontmoette ze haar man weer en beviel ze van nog een zoon, Mario.
Ze zochten naar hun zoon Sergio, maar het enige wat ze te weten kwamen was dat hij vanuit Auschwitz naar een concentratiekamp in het Westen was gestuurd.
Tatiana en Andra bij de herdenkingsceremonie die op 20 april 2017 op de Roman-Zeller- Platz in Hamburg werd gehouden voor scholieren uit groep 4:
"We waren vier en zes jaar oud toen we naar Auschwitz werden gestuurd. Op een dag waarschuwde de dame die voor ons zorgde in de kinderbarak ons dat er een man zou komen vragen wie er naar zijn moeder zou willen gaan. We mochten in geen geval ja zeggen. We vertelden het aan Sergio, maar helaas negeerde hij de waarschuwing. Hij ging weg met een groep van 20 kinderen en we hebben hem nooit meer gezien.
De straat Sergio-de-Simone-Stieg in Hamburg-Burgwedel is vernoemd naar Sergio.